‘Leuk hoor, die kleine plastic bootjes. Maar hiermee lossen we natuurlijk het plasticprobleem niet op’, horen we vaak. Maar wie het kleine niet eert…
We horen het wel hoor, van mensen. Hoe kunnen deze kleine scheepjes ook maar in de buurt komen van ‘een oplossing’? We snappen de gedachte. Maar we zijn het er niet helemaal mee eens. Want ondanks hun schaal zijn ze van cruciaal belang.
Neem de werkboot: de mini van de afvalplastic vloot in wording. Het was een ‘werk’-boot, de boot der boten in zijn tijd. Een onmisbaar scheepje, want ieder zeegaand schip had er minstens één aan boord om aan land te komen en handelswaar te laden en lossen.
De werkboot is niet voor niets een van de populairste en meest gebouwde boten uit de Nederlandse geschiedenis. Een scheepje met een waanzinnige culturele waarde. Zo groot, dat de werkboot eigenlijk in de canon van de Nederlandse geschiedenis zou moeten worden opgenomen, zei Gerald de Weerdt tegen NH Nieuws, toen hij onze eerste werkboot bezocht. Gerald is een scheepsarcheoloog en deed meer dan 20 jaar onderzoek naar de historische scheepsbouw uit die tijd. Dus als iemand dit mag zeggen, is hij het wel.
Kijk dus even hoe belangrijk die boten waren. En: hoe belangrijk ze nu nog steeds zijn. Want deze scheepjes hebben ons zo ongelofelijk veel geleerd over afvalplastic!
1. We leren van alles over de bewerking van dit materiaal
Over de bewerking van hout zijn bibliotheken vol geschreven. Over de bewerking van gerecycled afvalplastic… niet. En al helemaal niet over het bouwen van objecten als een 17e-eeuwse boot. Inmiddels hebben we veel kennis opgedaan over afvalplastic als bouwmateriaal. Over het ambachtelijke bewerken ervan, maar ook met modern gereedschap, zoals een lasapparaat of extruder. Informatie die we graag delen met iedereen, ook als je iets anders bouwt dan een boot. Dus kom maar halen!
2. Afvalplastic is beter toepasbaar dan we dachten
Ook over de stevigheid van het materiaal leerden we van alles en deden we onszelf en anderen versteld staan. Voordat we de eerste werkboot bouwden (de Lankhorst), vreesden veel mensen dat dit een slappe vaatdoek zou worden. Ook wij. Maar wat bleek: de constructie van de boot bleek de slapheid van het materiaal prima op te vangen! Die aanname verwierpen we door gewoon maar aan de slag te gaan en open te staan voor nieuwe ontdekkingen.
3. De werkboot zorgt voor persoonlijke groei
Met werkboot twee, de Schelphoek, begonnen we een experiment samen met partnerorganisatie WerkSaam Westfriesland: boten bouwen met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. We gingen van start met een groep van 15 jongeren en statushouders en de botenbouwerij bleek een uitstekend re-integratiemiddel als tussenstap naar werk of studie. Een simpel experiment, maar we beseften dat dit een grote sociale impact had op de persoonlijke ontwikkeling van de bouwers en hen weer vertrouwen geeft in een volgende stap.
4. Iedere nieuwe boot blijft een experiment
We bouwen deze schepen om de eerste volledig circulaire en inclusieve rederij van Nederland te worden. Maar al lijkt het van een afstandje misschien op pure productie ter uitbreiding van de vloot, het is meer dan dat. Want in iedere werkboot schuilt weer een nieuw experiment.
Waar de Schelphoek een grote sociale impact creëerde, duwde de Karperkuil (nummer drie) ons vooruit op technologisch gebied. Samen met Schermer Installatietechniek bouwden we een buigoven, een stuk gereedschap dat ons zo’n 30 dagen handwerk per boot scheelt.
En de Koeman (nummer vier) is opnieuw uniek in zijn soort. Het vlak, de onderkant van de boot is namelijk niet van HDPE, maar van gerecycled LDPE. Het materiaal waar bijvoorbeeld plastic tassen en folies van worden gemaakt. Weer een nieuw experiment, want HDPE is nog slapper dan HDPE. Zouden het hiermee ook nog lukken?
5. Dé unieke les van de 17e-eeuwse scheepsbouwkunst
Het traditionele scheepsbouwvak dat we beoefenen, gaat niet alleen om buikliggers, potdeksels en vlakbouw. Wat we leren van dit oude ambacht, is de waarde van efficiëntie: een werkboot hoeft niet mooi te zijn om lading te kunnen vervoeren. Of in de woorden van onze scheepshistoricus Ab Hoving: ‘Als het loopt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het een eend.’ Zo is het ook met deze schepen.
Een belangrijke reminder. Want nu we al bijna een jaar onderweg zijn met de bouw van de Koeman, er talloze ‘fouten’ in deze boot zitten en de bouwers het soms zien als een broddellap, wordt het toch een prachtige functionele boot. Hij doet straks wat hij moet doen (drijven en varen), en die imperfecties maken het vooral een boot met een karakter.
Hetzelfde geldt voor mensen. Veel van de vrijwilligers zijn op de werf terecht gekomen omdat ze niet aan hun eigen verwachtingen voldoen. Leren dat iets (of jezelf) niet perfect hoeft te zijn: als we dat weten te accepteren, nemen we allemaal een grote stap voorwaarts in het leven.
Wie de werkboot niet eert, is het fluitschip niet weert
Dus nee, de werkboot is niet zomaar een klein bootje. Alle lessen die we leren met de bouw van deze scheepjes, nemen we weer mee in de bouw van het speeljacht en het grote fluitschip, het vlaggenschip van onze schone, circulaire rederij. Dat grote ding is niets waard zonder al die kleine stapjes, de kennis die wij opdoen, de contacten die we leggen en de ervaring en kennis die eruit voortkomt. Wie de werkboot niet eert, is het fluitschip niet weerd.
Upper photo by Kneedvorm